Je bent straks indirect lid van de Federatie KNMVD. Hoe het werkt, is dat je lid wordt bij een van de verenigingen die is aangesloten bij de KNMVD. Via je lidmaatschap daar ben je ook automatisch aangesloten bij de KNMVD, net zoals het bij de artsen werkt (de KNMVD wordt net zoals de KNMG een koepelorganisatie met daaronder aparte verenigingen). Je ontvangt via de KNMvD bepaalde diensten die de leden van alle verenigingen ontvangen, zoals het Tijdschrift voor Diergeneeskunde. Ook zet de Federatie zich in voor de algehele belangenbehartiging en herregistratie.

Nee, je hoeft nergens verplicht lid te zijn, net als nu. Als je praktiseert, en dus in het diergeneeskunderegister wil staan, moet je je straks waarschijnlijk wél via de Federatie KNMVD herregistreren. Herregistratie zal namelijk (hoogstwaarschijnlijk) wettelijk verplicht worden.

Over de hoogte van de contributie wordt op dit moment nog niet gesproken. Je betaalt straks contributie aan je vereniging (dus bijvoorbeeld aan de vereniging van paardendierenartsen), waarvan een deel een afdracht aan de federatie zal zijn. Elke vereniging bepaalt straks zelf de hoogte van de contributie.

We onderzoeken hoe we alles efficiënt kunnen organiseren. Het bureau van de Federatie KNMVD kan mogelijk werkzaamheden gaan uitvoeren voor de diverse verenigingen (beleid, communicatie, administratie). Of lidmaatschap gelijk blijft, duurder wordt of juist minder duur, en hoe veel dan, is op dit moment nog niet te zeggen.

Het plan is om dat mogelijk te maken, zodat je bijvoorbeeld bij verschillende activiteiten kunt aansluiten of van ontwikkelingen binnen verschillende sectoren op de hoogte wordt gehouden. De federatieafdracht (een kleine bijdrage aan de federatie als lid) hoef je sowieso maar één keer af te dragen, ongeacht van hoeveel verenigingen je lid bent. Het is aan de verenigingen onderling om afspraken te maken over de exacte invulling van extra lidmaatschappen of combinatielidmaatschappen.

Nee, je moet lid zijn bij een van de verenigingen om aangesloten te zijn bij de federatie. Je bent dus niet direct lid bij de Federatie, maar kan via je vereniging wel Federatie-diensten afnemen. Denk aan het Tijdschrift voor Diergeneeskunde, juridische ondersteuning, arbeidscontract-checks en dergelijke. Daarnaast verzorgt de Federatie de algehele belangenbehartiging van de beroepsgroep en de herregistratie van veterinaire professionals.

We werken hard aan een transitieplan voor alle leden van de KNMvD, inclusief de studenten en de senioren. Onze inzet is een transitie waarbij je automatisch of tenminste heel eenvoudig (en op een eerlijke manier) overgaat van het KNMvD-lidmaatschap naar een van de verenigingen.

Met herregistratie, zoals we dit bijvoorbeeld al kennen uit de artsenwereld, verzekeren we dat diergeneeskundigen op de hoogte blijven van actuele dierzorgontwikkelingen binnen hun vakgebied en daarmee hun diergeneeskundige kennis op pijl houden. Herregistratie zal naar waarschijnlijkheid komen te bestaan uit een X aantal uren nascholing per periode, plus een X aantal uren praktiseren. Naar veterinaire professionals die buiten de praktijk werken, zoals bijvoorbeeld bij de NVWA, wordt apart gekeken.

Bij de humane artsen is het geregeld dat artsen die zich niet herregistreren in het register, er wel in blijven staan, maar met de toevoeging “niet praktiserend”. Onze inzet is om dit ook zo te regelen voor dierenartsen.

Herregistratie voor diergeneeskundigen (dus voor paardendierenartsen, maar ook bijvoorbeeld voor paraveterinairen en dierenfysiotherapeuten) zal in de nabije toekomst worden opgenomen in de wet. Je moet jezelf straks herregistreren als je diergeneeskundige handelingen uitvoert in je werk. Naar verwachting moet dit elke vijf jaar. Naar veterinaire professionals die buiten de praktijk werken (zoals bij de NVWA), wordt apart gekeken.

De aanleiding voor dit initiatief ligt in twee rapporten van Berenschot en SEO over de kwaliteitsborging van de veterinaire sector en de arbeidsmarkt van diergeneeskundigen, in opdracht van LVVN. De rapporten toonden aan dat: 1. De positie van onafhankelijke professional onder druk staat; 2. De publieke kwaliteitsborging beperkt van opzet is; 3. De private kwaliteitsborging onvoldoende regie heeft; 4. Het veterinaire veld versnipperd georganiseerd is. Het advies van de rapporten komt erop neer dat er één organisatie moet komen die in elk geval de volgende twee taken krijgt: 1. Organiseren ontwikkeling professionele standaarden (richtlijnen); 2. Regie op kwaliteit. Het antwoord hierop is de oprichting van een federatie, net zoals de artsen die kennen met de KNMG. De Federatie KNMVD zal ook zorg dragen voor een klachtenprocedure, een goed opleidingsaanbod en herregistratie met verplichte nascholing.

Een Orde, zoals in België, Duitsland en het VK ook bestaat, had de voorkeur van de KNMvD. De overheid heeft echter besloten dat dit geen haalbare optie is. Een Federatie is daarna de beste optie, omdat we dan een sterkere vorm van vertegenwoordiging opbouwen en de huidige versnippering tegengaan. Ook speelt mee dat ordes geen belangenbehartigers zijn. In het VK heb je bijvoorbeeld de orde (RCVS) en daarnaast de belangenbehartiger (BEVA).

De Federatie focust zich op drie kerntaken: kwaliteitsborging, collectieve belangenbehartiging en het bevorderen van samenwerking.

Een federatie is een vereniging van verenigingen. Niet individuele mensen, maar de verenigingen zijn 'lid' van de federatie. Mensen zijn lid van een of meerdere van de verenigingen. Afgevaardigden van de verenigingen vormen samen de ALV (Algemene Ledenvergadering) van de federatie. De Federatie KNMVD krijgt een transitiebestuur dat tijdelijk opereert om de oprichting in goede banen te leiden.

1. Door duidelijke afspraken te maken over samenwerking, wordt de slag- en bestuurskracht versterkt ten opzichte van de huidige situatie; 2. Wanneer het federatiebestuur in positie is gebracht, wordt er veel krachtiger namens het hele veterinaire veld gesproken; 3. Er is één formeel aanspreekpunt voor stakeholders zoals de overheid, de toezichthouder en het onderwijs, dat ook de kwaliteitsborging van het veterinaire veld kan bevorderen; 4. Het federatie-stafbureau kan efficiënter en voor een groter aantal professionals taken uitvoeren; 5. Er blijft veel ruimte voor profilering en belangenbehartiging van de (sub)beroepsgroepen.

In principe kan elke vereniging straks zelf kiezen of ze lid worden van de Federatie KNMVD. Het exacte aantal verenigingen staat daarmee niet vast. Het streven is om in elk geval verenigingen te hebben voor paardendierenartsen, gezelschapsdierenartsen, landbouwhuisdierenartsen, dierenartsen buiten de praktijk, paraveterinairen en dierenfysiotherapeuten. Meer verenigingen zijn mogelijk. Voor jonge dierenartsen, studenten en senioren komen mogelijk aparte groepsvormen, bijvoorbeeld met commissies die horizontaal door de verenigingen zouden lopen.

Voor nu gaat dat via de KNMvD-kanalen, zoals de website en app (ook bereikbaar voor niet-leden), de nieuwsbrief en het TvD. Ook CPD, Vedias en NVFD (dierenfysiotherapeuten) houden hun eigen achterban op de hoogte. We gaan ook werken aan een e-mailnieuwsbrief die specifiek updates stuurt over de oprichting van de nieuwe vereniging voor dierenartsen buiten de praktijk. Hou hiervoor de KNMvD-kanalen in de gaten, of volg Cluster Paard op LinkedIn en WhatsApp.

Ja! Dat is zeker onze intentie. Iedereen die bij een Federatie KNMVD-vereniging is aangesloten, ontvangt dan het TvD.

Dat is zeker onze inzet. We moeten hiervoor wel toestemming vragen aan het kabinet van de Koning. De artsenkoepel KNMG heeft een soortgelijke transitie gemaakt, van ledenvereniging naar federatie, en zij hebben hun koninklijke titel kunnen behouden. Dat is ook ons streven.

Het streven is dat er een apart soort lidmaatschap voor studenten blijft bestaan, dat door alle verenigingen samen wordt aangeboden. Zo hoef je als student nog niet specifiek te kiezen voor een vereniging, maar kan je later besluiten.

Het streven is dat de senioren gezamenlijk onder worden gebracht bij de Federatie KNMVD, juist omdat het momenteel zo'n hechte en fijne groep is. Dit zou kunnen bij een van de verenigingen, maar ook als commissie. Dit zijn we nog aan het bekijken.