Onlangs las ik in de inleiding van het nog niet verschenen proefschrift van een bekende auteur van dit tijdschrift de volgende twee zinnen: Het ene konijn wordt op draadgaas gehouden voor fokkerij/consumptie en bij ziekte waarschijnlijk met een nekslag gedood en in een destructieton gegooid. Het andere konijn wordt thuis geëuthanaseerd en krijgt een individuele crematie, en zijn eigenaar krijgt een rouwkaart van de dierenarts. Deze twee zinnen vatten heel goed het dualisme van ons vak samen.
De eerste dierenartsen waren paardrijkunstenaars. Jacques “De Solleysel’ is daar een goed voorbeeld van. Hij gaf les en zorgde voor de gezondheid van de paarden. Een verloren paard kost nu eenmaal geld. Veeartsenijkunde is ontstaan omdat er meerdere besmettelijke ziektes uitbraken. Een verloren koe kost nu eenmaal geld. Hoe exact de gezelschapsdierenarts is ontstaan weet ik niet. In aanvang deden we het erbij. Nu is het onze hoofdzaak.
Een gezelschapsdierenarts is dagelijks bezig met het welzijn en de gezondheid van zijn patiënten. Waarschijnlijk vraagt iedereen zich wekelijks af hoe ver we moeten en kunnen gaan? Ik heb inmiddels na 30 jaar mijn grenzen redelijk helder. Maar ik heb de grenzen de afgelopen 30 jaar behoorlijk zien opschuiven. En met het verschuiven van die grenzen ontstonden nieuwe problemen. Want waarschijnlijk zal iedereen het met mij eens zijn dat als een hond iedere week gedurende enkele dagen een cluster van tonisch-clonische aanvallen krijgt waarna hij dagen in een post-ictale fase zit het wellicht voor iedereen beter is om afscheid te nemen. Maar wist u dat het mogelijk is om voor een kleine 25.000 euro een vagale stimulator aan te brengen die bij een zeker deel van de honden verbetering zal geven.1 En voor iets van 50 à 100.000 euro is het mogelijk ‘deep brain stimulation’ plaats te laten vinden.2 In Nederland voeren we deze operaties niet uit. Maar aan onze westkust wel. Ons vak veranderd in een heel rap tempo. En iedere keer weer moet dus de vraag of euthanasie wel gerechtvaardigd opnieuw afgewogen worden. Ik geef nimmer een antwoord op de vraag: ‘wat zou u doen als het uw dier is’. Het blijft persoonlijk en er zijn zoveel meer factoren die meegenomen moeten worden. Een ding is zeker: als je ziet dat er ondragelijk lijden is, een uitzichtloze situatie dan kan de liefde nog zo groot zijn, loslaten is dan juist je liefde laten zien. Maar iedere keer weer zullen we dus ons die ene vraag moeten stellen: is dit de juiste beslissing?
Paul Mandigers
Voorzitter cluster Gezelschapsdieren