Het juiste gebruik van vrije wil

De Algemene Vergadering (General Assembly) van de Federation of Veterinarians of Europe (FVE) is altijd een geweldige gelegenheid om bij te praten met geëngageerde dierenartsen uit allerlei landen. Afgelopen maand was het in Leuven te doen. De Nederlandse delegatie bestond uit Bart de Leeuw namens de sectie EVERI (bedrijfsleven), Dorien Eppink namens de UEVH (voedselveiligheid) en ondergetekende namens de KNMvD. Susan Berlinski nam online deel namens EASVO (overheid). En onze vertegenwoordiger in de UEVP (praktici) Rens van Dobbenburg was intussen in Canada om daar de FVE te vertegenwoordigen bij de vergadering van de Canadian Veterinary Medical Association. Met gepaste trots durf ik dus wel te stellen dat de KNMvD internationaal op vele schaakborden van partij geeft.

Onderzoek naar mededinging

Naast de buitengewoon relevante bijdragen – bijvoorbeeld over disaster preparedness – is de uitwisseling in de wandelgangen van onschatbare waarde. Zo sprak ik onder meer de voorzitter van de Britisch Veterinary Association (BVA) Liz Mullineaux over hun ervaringen met onderzoek van de Britse mededingingsautoriteit naar marktwerking in de diergeneeskundige zorg; onderzoek dat bij ons nog goed op gang moet komen. Het heeft de BVA tot nu toe onverwacht veel tijd en energie gekost om het onderzoek waar mogelijk en noodzakelijk bij te sturen, uitleg te geven over de bijzonderheden van de veterinaire professie en de uitkomsten van het onderzoek te duiden. Een gewaarschuwd vrouw telt voor twee, dus ik heb de KNMvD bij thuiskomst vast opgeroepen om zich schrap te zetten. Lees meer over het onderzoek in ons land op de website van de Autoriteit Consument en Markt; daar staat ook onze reactie op de consultatie met betrekking tot de onderzoeksmethode. Wees overigens gerust, wij houden jullie nauwgezet op de hoogte.

Orde op zaken stellen

Een ander boeiend gesprek had ik met Theo Borgers, voorzitter van de Nederlandstalige Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen in België. Het ging over de voor- en nadelen van een orde ten opzichte van een belangenvereniging zoals de KNMvD. Eerlijk gezegd deelden we vooral de goede kanten van een orde, in relatie tot het bewaken van de ‘plichtenleer’ (bij ons de Code voor de Dierenarts) en de eer en waardigheid van het beroep. Als vereniging van goedwillende vrijwilligers vecht je voor mijn gevoel toch vaak met één hand op je rug tegen schadelijke intercollegiale schermutselingen en schendingen van onze reputatie. Wat mij onder meer bijbleef van het gesprek was de mogelijkheid om een ‘verzoening’ aan te vragen bij de Orde. De vriendelijke gevoelswaarde van het woord verzoening verzacht de harde noten die binnenskamers worden gekraakt. Deze wellevende combinatie van uitnodigende doelgerichtheid en bindende inkadering is wat mij betreft een schitterende manier om ‘orde op zaken te stellen’.

Het woord verzoening kent verschillende interpretaties en contexten. In het geval van de Belgische Orde betekent het een procedure, waarbij partijen een geschil trachten op te lossen met behulp van een neutrale derde partij. Verzoening is gericht op het herstellen van de gebroken (intercollegiale) relatie, waarbij vergeving, het goedmaken van fouten en het opnieuw opbouwen van vertrouwen centraal staan. Verzoening verschilt hiermee wezenlijk van een klachtenprocedure.

Vrij-willigheid

Wij moeten het in Nederland vooralsnog zonder orde stellen. Dit beperkt de invloed van onze Ereraad als hoeder van de Code voor de Dierenarts tot onze eigen leden. Maar wij hebben wél onze liefde voor het veterinaire beroep en de vriendschappelijke collegialiteit die onze vereniging kenmerkt. De kritische directheid waarmee sommige collega’s – waaronder ook veel niet-leden – zich uitspreken over de KNMvD, doet vermoeden dat onze reputatie en de onderlinge verhoudingen hen zeer aan het hart gaan. Het is een versluierde manier om uitdrukking te geven aan net zo’n diepgevoeld verlangen naar verzoening als bij onze zuiderburen. Onze collega’s in het buitenland zijn in elk geval zeer te spreken over the Dutch way, gekenmerkt door een mix van scherpe dialoog en constructieve samenwerking. Onze stijl is op een typische manier liefdevol en dat werpt zeker zijn vruchten af. Ik moet daarbij denken aan een uitspraak van Augustinus: “De deugd is het juiste gebruik van de vrije wil.” Van deze vrij-willigheid maken wij gelukkig al sinds 1862 gebruik, tot groot heil van mens en dier. En dat voelen wij wel degelijk aan ons hartje!

Advertentie

Om te kunnen reageren op een bericht dient u ingelogd te zijn.


Inloggen