Laten we zelf het vergrootglas pakken

Weemoed: een beetje bedroefd zijn om iets fijns dat voorbij is. Deze gemoedsgesteldheid overvalt mij tegenwoordig regelmatig als ik de krant lees of de pers te woord sta over het wel en wee van veterinaire professionals. In een mooie post van Roeland Wessels op LinkedIn over rechten en plichten proef ik het ook. De verwijzing naar Jan Terlouw met zijn ‘touwtje uit de brievenbus’. Waar is de tijd dat alle dierenartsenpraktijken ook zo’n touwtje hadden, waar dieren en eigenaren zich 24/7 toegang mee konden verschaffen tot diergeneeskundige zorg?

Vergrootglas

Onze sector – met name de diergeneeskundige zorg voor gezelschapsdieren – ligt onder een vergrootglas. Gisteren ging het in de media om de registratie van diergeneeskundige professionals, een punt waar wij als beroepsvereniging uiteraard veel belang aan hechten. Hoewel ik het een goede zaak vind dat de NOS om de mening van de KNMvD vraagt, vind ik het ook pijnlijk te moeten erkennen dat een zeker deel van onze werkgevers deze registratie niet op orde heeft. Dit zou niet eens zo’n punt zijn, als we daarbij gezamenlijk konden putten uit een basisvertrouwen in onze professie. Sommige administratieve omissies zijn namelijk goed verklaarbaar. En ook in dit geval hebben we simpelweg hulp van de overheid nodig om het in orde te krijgen. Want met bekwaamheid had de hele kwestie zeer weinig van doen. De meeste veterinaire professionals in kwestie, voornamelijk paraveterinair dierenartsassistenten, hebben namelijk wél een diploma, maar staan in de wachtrij om geregistreerd te kunnen worden.

Groeipijn

Maar het basisvertrouwen in ons beroep – ons ‘touwtje uit de brievenbus – staat onder druk. De gezelschapsdierensector is de laatste jaren enorm in beweging, onder meer door de toetreding van grote commerciële partijen. Dit heeft een enorme groeispurt in gang gezet, met alle bijbehorende voor- en nadelen. De zorg voor gezelschapsdieren is ‘serious business’ geworden. En nu hebben we dus groeipijn. De neiging is groot, hier schuldigen voor aan te wijzen. Of achterhoedegevechten te houden. Maar dat gaat ons niet brengen waar wij wellicht op hopen: dat iemand anders het touwtje terughangt. Paul Mandigers, voorman van ons cluster gezelschapsdieren, verwoordt onder meer in Arts&Auto wat onze beste respons zou kunnen zijn op al deze turbulentie: “Laten we de regie terugpakken.” Dat betekent in mijn ogen zorgdragen voor je eigen vakgebied. Grenzen stellen, maar ook verantwoording afleggen. Bijvoorbeeld door middel van (her)registratie, permanente nascholing en normering. De basis hiervoor is sinds jaar en dag te vinden in de Code voor de Dierenarts.

Heelmeesters

Gezamenlijk bouwen aan vertrouwen in onze professie gaat in deze tijd helaas gepaard met administratie. Door de schaal waarop we opereren – met grote, internationale spelers op de markt – kunnen we niet meer volstaan met een simpel touwtje uit de brievenbus. Maar we kunnen dit begrip wel opschalen door gulden regels op te stellen, bijvoorbeeld voor transparantie en spoedzorg. Laten we zelf het vergrootglas erbij pakken en de vinger op de zere plekken leggen. We mogen daarbij gerust met weemoed bladeren in ons veterinaire fotoboek, want onze weemoed verwijst naar belangrijke professionele waarden. Maar het is dringend noodzakelijk om te beseffen dat mens en dier tegenwoordig meer van ons vragen dan geloof in blauwe ogen. We zullen in de buitenwereld hard moeten maken, dat wij het vertrouwen waard zijn. Ik ben daar overigens optimistisch over. We zijn tenslotte heelmeesters!

Advertentie

Om te kunnen reageren op een bericht dient u ingelogd te zijn.


Inloggen