In de dagelijkse praktijk zien we het steeds vaker: een paard is niet in orde (kreupel, lusteloos, verminderde prestaties, etc.) en toch wordt niet als eerste de dierenarts geraadpleegd. In plaats daarvan komt er een ‘therapeut’, vaak zonder erkende opleiding, zonder toezicht, zonder verantwoordelijkheid. De dierenarts volgt pas wanneer het probleem escaleert of als de alternatieve aanpak faalt. Deze glijdende schaal van banaliteit is niet onschuldig, die kan namelijk het paardenwelzijn en de professionele integriteit van ons beroep aantasten.