Vanaf 1 januari 2026 geldt in Nederland een verbod op het gebruik van elektrische veedrijfmiddelen (veeprikker) bij dieren die bedrijfsmatig worden gehouden voor de productie van dierlijke producten. Het kabinet heeft hiervoor het Besluit houders van dieren gewijzigd. Doel van de maatregel is het terugdringen van pijn, stress en welzijnsschade bij landbouwhuisdieren.
Het wordt vanaf 2026 verboden om dieren met een veeprikker voort te drijven, bijvoorbeeld bij het verplaatsen van dieren op het primaire bedrijf of bij laden en lossen bij transport binnen Nederland. Het verbod geldt voor alle productiedieren, waaronder runderen en varkens. Overtreding van het verbod geldt als dierenmishandeling in de zin van de Wet dieren en kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden gehandhaafd door de NVWA.
Uitzondering dierenartsen
Dierenartsen mogen een veeprikker blijven gebruiken mits dit aantoonbaar noodzakelijk is voor een diergeneeskundige handeling en er geen alternatief beschikbaar is. Dierenartsen moeten hoe dan ook terughoudend zijn met het gebruik van dergelijke apparatuur. Deze uitzondering is enkel van toepassing op dierenartsen, en niet op paraveterinairen en andere diergeneeskundigen.