Stel je het volgende scenario voor: een rabiësvaccin dat toch niet werkzaam blijkt te zijn. De producent laat dit alle afnemers weten en ook jij krijgt bericht. Dan is het belangrijk dat je weet welke medicatie (in dit geval dus het vaccin) in welk dier is gegaan. Dit betekent dat elke dierenartsenpraktijk in staat moet zijn om de route die een diergeneesmiddel aflegt (van binnenkomst tot eigenaar/dier) op partijnummer te kunnen volgen. Want rabiës is in Nederland onder controle en dat moeten we vooral zo houden. Maar niet alleen voor rabiësvaccins is het belangrijk dat we kunnen achterhalen welke medicatie waar gebleven is. Dit geldt voor alle gekanaliseerde middelen.
In artikel 5.16 en 5.17 van de Regeling Diergeneesmiddelen is vastgelegd welke administratie de dierenarts (als kleinhandelaar) verplicht is te voeren. Bij ontvangst van gekanaliseerde middelen (=URA, UDA en UDD) moet de dierenarts vastleggen:
Ook bij aflevering aan de eigenaar (inclusief directe toepassing) moet de dierenarts een aantal zaken vastleggen, namelijk:
Tot slot:
Ook het recept dat aan de aflevering ten grondslag ligt èn de uitslag van de verplichte gevoeligheidsbepaling moet in de administratie worden opgenomen. Deze administratie moet vijf jaar bewaard worden.
Meer weten over verplichtingen rondom diergeneesmiddelen? Zoals de vierkantsvergelijking? Kijk in onze kennisbank!