De NVWA heeft signalen ontvangen vanuit dierenartsen binnen en buiten de NVWA, dat er zorgen bestaan over de manier waarop meldingen van dierenartsen over (vermoedens van) illegale hondenhandel door de NVWA worden opgepakt en afgehandeld. Zowel de berichtgeving vanuit de NVWA richting de melder, als die richting de houders van de geïmporteerde pup/hond leidt tot die zorg. De NVWA heeft naar aanleiding hiervan de antwoordbrieven die na een melding verzonden worden nog een keer goed bekeken en waar nodig aangepast.

Met regelmaat vindt overleg plaats met beroepsvertegenwoordiging van dierenartsen (KNMvD en CPD). De wijze waarop de NVWA meldingen in behandeling neemt kan hierbij uiteraard ook onderwerp van gesprek vormen.
Praktiserende dierenartsen  met een vraag aan de NVWA of een ervaring die ze willen delen, kunnen contact opnemen via het daarvoor bestemde formulier. Voor vragen kan er ook contact worden opgenomen met de Helpdesk van de KNMvD.

De NVWA wil naar aanleiding van de berichten hierbij nog graag een toelichting geven op haar werkwijze. Allereerst wil de NVWA benadrukken dat er veel waarde wordt gehecht aan de meldingen van dierenartsen over (vermoedens van) illegale hondenhandel. Juist deze meldingen bevatten vaak veel zinvolle informatie m.b.t. paspoort, I&R, leeftijd van de dieren etc. die kan leiden tot het uitvoeren van risicogericht toezicht (kopieën van het EU-paspoort, foto’s van het gebit e.d.). Deze informatie is eveneens behulpzaam bij het verkrijgen van zicht op stromen in de hondenhandel.

In de afgelopen jaren is het aantal meldingen over hondenhandel sterk toegenomen. Ontving de NVWA in 2016 zo’n 425 meldingen, in 2017 waren dit er 528. De NVWA zet de beschikbare toezichtscapaciteit zo efficiënt mogelijk in en focust daarom met name op meldingen die gaan over de  invoer van honden uit landen met een hoog rabiësrisico (landen waar rabiës nog endemisch voorkomt). Als de NVWA een melding van (een vermoeden van) illegale hondenhandel krijgt, voert de NVWA een risicoanalyse uit. Op grond daarvan wordt besloten om al dan niet tot inspectie over te gaan. Tijdens inspecties kan een van de maatregelen zijn dat een dier(en) in bewaring wordt genomen.
Meldingen kunnen ook op een later moment aanleiding vormen voor een inspectie. De meldingen worden dan als het ware gebundeld en vormen de basis van een uitgebreider onderzoek. Zo is het strafrechtelijke onderzoek naar 2 hondenhandelaren in Hapert ook deels gebaseerd op vele tientallen meldingen.

De NVWA vindt het belangrijk melders tijdig te informeren naar aanleiding van hun melding. In bepaalde gevallen neemt de NVWA telefonisch contact op met de melder om nadere toelichting te vragen. Ook worden soms naar aanleiding van (social media)berichten dierenartsen persoonlijk benaderd met vragen en ten behoeve van risicoanalyse. Het is gezien het aantal meldingen dat de NVWA jaarlijks ontvangt, echter niet mogelijk alle melders persoonlijk te benaderen. In verband met de Wet bescherming persoonsgegevens kan ook geen nadere informatie over uitgevoerde inspecties worden verstrekt.

Melders ontvangen wel altijd een korte terugkoppeling vanuit het Klantcontactcentrum (KCC) van de NVWA. Indien mogelijk staat hierin ook informatie over het al dan niet opvolgen van de melding. Als er in de melding voldoende informatie over de houders van de betreffende dieren staat, ontvangen houders sinds 2017 ook een bericht. In die gevallen waarbij overtredingen bij import waarschijnlijk geacht worden en er sprake is van laagrabiës-risico meldingen, wordt ervoor gekozen houders te wijzen op te treffen herstelmaatregelen (chippen, registreren en rabiësvaccinatie).  Wanneer ook de gegevens van betrokken handelaar/fokker bekend zijn, wordt deze eveneens van de melding op de hoogte gesteld.  Daarbij wordt eveneens herstel van  overtredingen aangezegd.

Het is veelal complex om op afstand en op basis van de beschikbare gegevens van een melding met zekerheid een overtreding vast te stellen. Waar nodig worden, zoals gezegd risico-gericht, inspecties uitgevoerd.