Tekst: Tessa Louwerens, freelance journalist

“Deze generatie wil graag blijven leren”

Het Platform Jonge Dierenartsen (PJD), onderdeel van de KNMvD, zet zich al jaren in voor studenten en pas-afgestudeerde dierenartsen. Is er veel veranderd en waarom is het platform (nog steeds) nodig? We bespraken het met PJD-voorzitter Denise van Eekelen.

Wat doen jullie?

Het Platform Jonge Dierenartsen (PJD) is in 2008 opgericht met het idee jonge dierenartsen met elkaar en de beroepsvereniging te verbinden. We richten ons op studenten in de laatste fase van de opleiding en dierenartsen tot vijf jaar na het afstuderen. Daarnaast vormen we een klankbord voor de KNMvD namens de jonge dierenartsen. We werken aan het verder ontwikkelen van de randvoorwaarden die een jonge dierenarts nodig heeft, zoals een veilige leeromgeving en de mogelijkheid voor passende begeleiding binnen en buiten de praktijk. Regelmatig organiseren en ondersteunen we evenementen en activiteiten die aansluiten bij de behoeften en wensen van jonge dierenartsen.”

Zoals?

“Een van onze belangrijkste activiteiten is de tweejaarlijkse enquête. We vragen jonge dierenartsen hoe ze de overstap naar de praktijk ervaren. Waar hebben ze behoefte aan en waar zitten de knelpunten? Daar passen we dan ons beleid en activiteiten op aan. Verder organiseren we jaarlijks het PJD-symposium, dat zich voornamelijk richt op het ontwikkelen van ‘soft skills’, zoals communicatie, zelfontplooiing en reflectie.Daarnaast organiseren we evenementen, zoals mini-symposia, workshops, webinars, speeddate-sessies en sociale activiteiten als het Foutencollege en de Ouwe-lullen WSB in samenwerking met de D.S.K. Ook reiken we ieder jaar de ‘werkgever van het jaar’-award uit, om werkgevers te stimuleren het goede voorbeeld te geven.”

Waarom is het Platform Jonge Dierenartsen (nog steeds) nodig?

“Goede begeleiding in de eerste jaren is essentieel voor een soepele overgang van faculteit naar praktijk. Daarnaast is dit van groot belang om uitval en het vroegtijdig verlaten van de praktijk door jonge dierenartsen te voorkomen. Dit zijn onderwerpen die nog altijd spelen, al is de tijdsgeest wel veranderd en ligt de focus op andere onderwerpen. Zo is de maatschappelijke druk toegekomen en is de werk-privébalans veel belangrijker. Feminisering van de beroepsgroep speelt hierbij wellicht toch ook een rol. Doordat er te weinig dierenartsen zijn en een groot deel parttime werkt, is de werkdruk relatief hoog. Wellicht zijn sommige onderwerpen met de tijd veranderd, maar de behoefte aan een groep is er nog altijd.”

Is er iets veranderd in de overgang van studie naar praktijk?

“Uit de laatste ledenenquête blijkt dat 41 procent van de jonge dierenartsen een inwerktraject heeft dat voldoet aan hun behoeftes. Zeker 20 procent geeft echter aan dat ze graag een langere inwerkprediode willen.  Hier valt nog wel winst te behalen. Wel is er meer ruimte gekomen voor coaching- en begeleidingstrajecten. Voorheen lag de nadruk vooral op vakinhoudelijke ontwikkeling, maar nu heb ik het idee dat er meer aandacht komt voor ‘soft skills’ en persoonlijke ontwikkeling. Er wordt ook meer van dierenartsen verwacht op dat gebied.”

Hoe helpen jullie bij de overgang?

“We praten al met studenten in de laatste fase van de studie, zodat ze weten wat wij bieden en om ze gerust te stellen. Als jonge dierenarts is het niet vreemd af te toe twijfels te hebben over je carrière. En praten met een collega of je praktijkeigenaar ligt niet altijd voor de hand. We hebben daarom de KNMvD Coachbank ingericht. Daar kun je als student of jonge dierenarts in contact komen met ervaren collega’s. Je kunt met hen alles bespreken, zoals vakinhoudelijke vragen, persoonlijke ontwikkeling, carrièremogelijkheden, solliciteren en arbeidsvoorwaarden, ondernemen, enzovoorts. Verder hebben we samen met de Faculteit het evenement ‘Van bul naar baan’: een praktische avond ter voorbereiding op je overstap naar de praktijk. En we hebben het document ‘Handvatten jonge dierenarts’ geschreven voor jonge dierenartsen en werkgevers. We pretenderen niet dat we een ‘onesizefitsall’-oplossing bieden. We geven vooral aanknopingspunten: wat kun je bespreken bij aanvang? En hoe zou je een inwerktraject in kunnen richten?”

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen?

“Een van de grootste uitdagingen is de ‘uitval’ onder dierenartsen. In de laatste jonge ledenenquête gaf 23 procent aan onvoldoende te zijn voorzien in de behoeften om werkplezier te beleven tijdens de start als dierenarts. We willen uitzoeken hoe we jonge dierenartsen bevlogen houden. Want het is echt oké als je iets anders wilt doen. Maar is dat omdat het vak niet leuk meer is? Of zit er wat anders achter? Het kan bijvoorbeeld zijn dat er op een gegeven moment onvoldoende uitdaging in het werk zit. Voorheen was je blij dat je een baan had, maar deze nieuwe generatie wil graag blijven leren, ontwikkelen en nieuwe dingen ontdekken. En als je op een gegeven moment een plafond bereikt, dan ga je verder kijken, ook buiten de praktijk.”

 

Hoe zie jij de toekomst van het PJD?

“Zelfs als de overgang naar de praktijk helemaal soepel verloopt, dan nog zal er behoefte blijven aan een platform. Dan kunnen we ons op andere onderwerpen richten. Bovendien bieden we netwerkmogelijkheden en zoeken we verbinding met de KNMvD. Zeker in een tijd waarin we als beroepsgroep voor lastige vraagstukken staan, is het belangrijk eensgezind te zijn. Maar dan moeten we wel zorgen dat jonge mensen de weg naar de beroepsvereniging blijven vinden.”

 

Advertentie

Om te kunnen reageren op een bericht dient u ingelogd te zijn.


Inloggen