Duurzaam is niet ‘vegetarisch’

Duurzaamheid is één van de kernwaarden van de KNMvD. We brengen dat onder meer tot uitdrukking door de keuze van dit thema voor onze Najaarsdag op 16 september. Opgeven kan nog! Dat het niet eenvoudig is om te communiceren over dit thema, ondervonden wij deze week aan den lijve. Onbedoeld is rond de duurzame lunch grote ophef ontstaan. Het had er de schijn van dat wij ‘vegetarisch’ als duurzaam aanmerkten. Maar daar heeft het eigenlijk weinig mee te maken. Maar het was ook helemaal niet onze bedoeling! Het was een slip of the pen, die veelzeggend is overgekomen.

In ons strategisch beleidsplan is duurzame inzetbaarheid van dierenartsen een speerpunt. En als wij omzien naar een nieuw ‘clubhuis’ laten we duurzaamheid meewegen. Dus ja, we hebben er wat mee. Maar het is wel oppassen, want voor je het weet heb je het alleen maar over recycling, efficiency, afvalmanagement, zonnepanelen, warmtepompen en isolatie. En als we aan veterinaire professionals denken: voorkómen dat jonge mensen de praktijk verlaten vanwege de opgelopen werkdruk (uiteraard te bestrijden met… efficiënter werken). Allemaal nuttig – en wat mij betreft mooie uitkomsten – maar de middelen dreigen soms het doel te worden. Duurzaamheid is zoveel méér, namelijk een krachtige inspiratiebron. En het is het een wespennest, zo blijkt uit onze Lunch-affaire.

Divers en productief

In de ecologie is duurzaamheid (sustainability in het Engels) de eigenschap van biologische systemen om voor onbepaalde tijd divers en productief te blijven. Een duurzaam product is in zo’n systeem ‘bij zijn levensloop van productie tot en met verwerking als afval niet nadelig voor het systeem’. Deze betekenis van duurzaamheid moet niet worden verward met durability, dat simpelweg betekent: lang meegaan. Hoewel producten of processen soms als duurzaam worden verkocht omdat zij lang meegaan, wil dit bepaald niet zeggen dat zij geen schade toebrengen aan het systeem. Dit argument nodigt eerder uit tot green washing; een verkooppraatje om ons nóg meer (dure) spullen aan te smeren, die ook nog eens heel lang meegaan. Met vaak een angstaanjagende milieu-impact! Voedingsclaims gaan ook vaak gepaard met green washing; dat was dan ook precies de aard van het verwijt dat ons trof. Rond duurzaamheid bestaan dus veel netelige definitiekwesties. Het zal u niet verbazen dat ik meer voeling heb met sustainability dan met durability.

Voor onbepaalde tijd

Met een beetje verbeeldingskracht kunnen we onze ‘paarse familie’ zien als een biologisch systeem. Veterinairen zijn immers allemaal mensen, met gezondheidszorg voor dieren als missie. We vormen samen een levende gemeenschap, die voor onbepaalde tijd divers en productief moet blijven. Wij hebben het dan meer over duurzame ontwikkeling als organiserend principe, gericht op de veerkracht van ons professionele netwerk, waartoe ik tevens de paraveterinairen reken. Dan gaat het plotseling over de kwaliteit van de diergeneeskundige zorg. Zijn wij op een gezonde manier productief? Maar ook over economie: kunnen wij dit voor onbepaalde tijd volhouden en is er ruimte voor innovatie en ondernemerschap? En politiek en cultuur: hoe gaan we om met elkaar, onze cliënten, de samenleving, het milieu? En last but not least: hoe gaan we duurzaam om met de dieren die aan onze zorg zijn toevertrouwd? Hoe ontwikkelen zich diergezondheid, dierenwelzijn, volksgezondheid en voedselveiligheid in onze samenleving? Hoe dragen deze ontwikkelingen bij aan het heil van mens en dier? En aan de eer en waardigheid van ons beroep? Wat doet het met ons imago?

Gezonder en veerkrachtiger

Zo beschouwd is duurzaamheid een prachtige kapstok voor het goede gesprek over de toekomst van de diergeneeskunde in al zijn facetten. We hebben het dan niet alleen over het genezen van dieren, maar ook over preventie. Bijvoorbeeld over het verbieden van fokken met honden met korte snuiten. Want schade die niet ontstaat hoeft niet te worden gerepareerd. Of over dierenwelzijn in de veehouderij in relatie tot preventie. Dieren die tijd en ruimte krijgen om te groeien en zich natuurlijk te gedragen, zijn namelijk gezonder en veerkrachtiger. Zo’n duurzame veehouderij is ‘voor onbepaalde tijd divers en productief’. Eigenlijk helpt het concept duurzame ontwikkeling ons als beroepsvereniging om de blik op de toekomst te houden. Vooral met het oog op de gezondheid en de veerkracht van onze jonge collega’s. Heel logisch dus dat wij duurzame inzetbaarheid hebben aangemerkt als topprioriteit.

Naar aanleiding van de ophef rond de duurzame lunch organiseren we bij de Najaarsdag een Lunchtafelgesprek over veehouderij en duurzaamheid. Deelnemers worden van harte uitgenodigd hun mening te geven over stellingen. De uitkomsten zullen we publiceren in het Tijdschrift. En opdat u weet hoe ik er persoonlijk over denk, zal mijn volgende blog over vlees gaan. Let’s talk about it!

Advertentie

Om te kunnen reageren op een bericht dient u ingelogd te zijn.


Inloggen