Met enige regelmaat krijgt de KNMvD vragen over contracten waarin een castratieverplichting is vastgelegd. Waar dit eerst vooral bij pups van labradoodles werd gezien, lijkt het zich nu uit te breiden naar andere rassen, inclusief katten. Dit tot frustratie van veel dierenartsen, die geen ingrepen willen doen als de medische noodzaak daarvoor ontbreekt. Bovendien speelt bij het castreren van reuen nog mee dat castratie soms juist tot gedragsproblemen kan leiden.
Desondanks is het zo dat als de koper van de hond een contract met dergelijke bepaling getekend heeft, dit contract bindend is. Daar is inmiddels jurisprudentie over, een rechter heeft uitspraak gedaan nadat een pup koper hierover een rechtszaak had aangespannen.
Als dierenarts heb je in deze gevallen slechts twee opties. De eerste en beste optie is om potentieel nieuwe eigenaren dringend te adviseren een dergelijk contract niet te tekenen. Meestal zie je deze eigenaren echter pas voor het eerst als ze de pup al in huis hebben, en die krijgen ze alleen mee als het contract wordt getekend. De tweede optie is simpelweg weigeren om de ingreep te doen en dat schriftelijk vast te leggen in een medische verklaring. Als dierenarts ben je namelijk niet gebonden aan de afspraken die koper en fokker met elkaar gemaakt hebben. Je hebt de autonomie om je eigen afweging te maken. Helaas ontslaat dit de koper van de pup niet van de castratieverplichting. Die zal dan door een andere dierenarts (vaak aangeraden door de betreffende fokker) alsnog moeten worden uitgevoerd. Als de koper van de pup dit niet doet/wil kan de fokker een rechtszaak starten en de dwangsom opeisen. En die zal de fokker toegewezen krijgen, omdat zoals gezegd het getekende contract bindend is.
Aanvullende informatie is hier op de kennisbank te vinden.