Overal waar ik kom, stellen dierenartsen mij de vraag: wat doet de KNMvD eigenlijk? Voor mij, hoor je ze dan vaak denken (in relatie tot hun contributie). Hoewel ik er steeds beter in word, deze vraag in enkele kernachtige zinnen te beantwoorden, schieten woorden mij nog steeds af en toe te kort. Het is namelijk veelomvattend, divers, niet van vandaag op morgen geregeld en vooral immaterieel van aard.
Daarom was het heel inspirerend om eind november deel te nemen aan de eerste van een reeks strategiebijeenkomsten van de Federation of Veterinarians of Europe (FVE). Als KNMvD zijn we lid van de FVE en betalen we contributie naar rato van het aantal werkzame dierenartsen in Nederland, of ze nou lid zijn of niet. De vraag ‘wat doet de FVE voor de KNMvD?’ is haast ongepast. Het is overduidelijk veelomvattend, divers, niet van vandaag op morgen geregeld en vooral immaterieel van aard. Aangezien de 330.000 veterinairen die ze vertegenwoordigt, een cruciale rol spelen in de samenleving, stelt de FVE zich ten doel te zorgen dat ze hun beroep goed kunnen uitoefenen, waar en waarin ze ook werkzaam zijn. Voor ieders welzijn. De organisatie slaagt er heel goed in, dierenartsen samen te brengen en hun stem op Europees niveau te bundelen, met het oog op diergezondheid, dierenwelzijn, volksgezondheid en milieu.
Vrijwel álles wat de KNMvD doet, is al eerder door de FVE geïnitieerd of nader uitgewerkt. De standpunten van de FVE leggen in Brussel veel gewicht in de schaal bij de Europese Commissie, in de vroege fase dat internationale wetgeving tot stand komt, dat wil zeggen lang voordat dit zijn beslag krijgt in de lidstaten. Door actief bij te dragen aan de meningsvorming heeft de KNMvD rechtstreeks invloed op de regelgeving die onvermijdelijk op ons afkomt, bijvoorbeeld op het gebied van diergeneesmiddelen (antibiotica), dierenwelzijn (transport) of onderwijs en nascholing van veterinaire professionals. Ook specialisatie is op Europees niveau geregeld. Als voorzitter van de KNMvD vraag ik mij daarom zelden af ‘wat doet de FVE voor ons?’, maar veel eerder: ‘hoe kunnen we effectiever bijdragen, zodat we maximaal profiteren van de invloed van de FVE op het internationale speelveld?’ Ik zie het lidmaatschap van de FVE dus eerder als een investering dan als een kostenpost.
In de strategiebijeenkomst werden we uitgedaagd om in divers samengestelde groepen een visie te formuleren. Hoe gaan we in de toekomst als veterinaire professionals bijdragen aan een betere wereld? Wat zijn daarbij de sleutelwoorden? We mochten AI gebruiken om hier ronkende zinnen van te maken, maar de meeste groepen vonden hun eigen zinnen beter (het blijven dierenartsen). Toch was het inspirerend om gebruik te maken van innovatieve middelen. De FVE bevindt zich immers in de voorhoede van belangrijke ontwikkelingen. Het bijkomende voordeel was, dat de bijdrage van niet-Engelstaligen beter uit de verf kwam. Aan het einde van de dag lagen er vier visies – die niet eens heel erg uiteenliepen – voorzien van prioriteiten. Ze werden onder gejuich aan elkaar gepresenteerd in de vorm van elevator pitches. Dat dit hier en daar niet in vlekkeloos Engels ging, mocht de pret niet drukken. Het ging om de visie! De FVE gaat de vier presentaties samensmeden tot één visiedocument en vervolgens formuleren hoe we de dromen kunnen waarmaken. Dat we daarbij als leden zelf aan zet zijn, is mij wel duidelijk.
Nu de KNMvD nog… Ik wens ons de komende tijd voldoende mentale ruimte om samen te dromen over een betere wereld, met de veterinaire professionals verenigd in één beroepsorganisatie. In elk geval fijne feestdagen gewenst. En voor hen die juist in deze tijd moeten werken: dankzij jullie gloort het paars aan de horizon, tot heil van mens en dier!