Regelgeving en handhaving: Het spook dat BTW heet…

Het zat er aan te komen; de tweede Kamer was al akkoord, het wachten was op de eerste Kamer. Pas op 19 december 2018 (nog even snel voor het Kerstreces) is vanuit de eerste Kamer groen licht gegeven voor het nieuwe belastingplan waarvan de BTW-verhoging onderdeel uitmaakt.

Tekst – Sandra Sparenburg, jurist

De afgelopen maanden hebben we er vaker telefoontjes over gehad. De vragen waren tweeledig: gaat de verhoging echt 1 januari 2019 in en hoe moeten we er mee om gaan? Het was voor iedereen wel duidelijk dat het lage tarief van 6 naar 9 procent zou gaan, maar wanneer geldt dat lage tarief dan precies? We hebben het eens op een rijtje gezet. Onder het mom: leuker kunnen we het niet maken, maar hopelijk wel duidelijker!

Tarieven

Er zijn twee BTW-tarieven waar dierenartsen mee te maken hebben: het hoge van 21 procent en het lage van 9 procent. Stel je krijgt als dierenarts een klant met een zieke hond op het spreekuur. Omdat het duidelijk is dat het dier pijn heeft, dien je hem na onderzoek en behandeling alvast een pijnstiller toe. Vervolgens geef je de eigenaar pijnstillers mee die deze zelf aan de hond moet geven. Hoe verwerk je dit administratief en wat moet je in rekening brengen? De Belastingdienst hanteert voor de consulten van dierenartsen het hoge tarief, 21 procent. Voor diergeneesmiddelen geldt in beginsel het lage tarief. Simpel toch? Helaas, zo makkelijk is het niet: geneesmiddelen die worden toegediend aan dieren tijdens het consult, volgen het tarief van het consult. Dus voor de pijnstiller die je tijdens het consult aan de hond gegeven hebt, breng je 21 procent BTW in rekening. De Belastingdienst spreekt dan van een combinatie van goederen (geneesmiddelen) en diensten (consult). Op de pijnstillers die je vervolgens aan de eigenaar meegeeft en die hij dus thuis zelf aan het dier geeft, moet echter het lage tarief toegepast worden. Maar dan de uitsmijter: stel nu dat de klant belt om een herhaalrecept voor zijn hond te vragen. Lever je dan alleen het geneesmiddel of is er sprake van een consult waarna je een recept uitschrijft? Hier wordt het lastig. Het valt te verdedigen om te zeggen dat er geen sprake is van een consult -je hebt het geneesmiddel al een keer voorgeschreven- en dat je voor het uitschrijven van het recept het tarief van het geneesmiddel volgt. Het lage tarief dus. De Belastingdienst rept daar met geen woord over dus het kan ook zomaar zijn dat men daar vindt dat het toch een consult betreft. Dan moet er dus 21 procent voor het uitschrijven van het recept (wordt dan beschouwd als een consult) in rekening gebracht worden en het lage tarief voor het geneesmiddel zelf; je dient dat immers niet tijdens het consult toe. Kortom, enerzijds is het heel duidelijk, maar anderzijds kan er op één punt een interpretatieverschil zijn. In dergelijke gevallen raadt de Belastingdienst dierenartsen aan contact op te nemen met hun eigen belastingkantoor.

KNMvD in actie

De KNMvD is van mening dat het lage tarief ook zou moeten gelden voor het consult zelf en heeft daar de staatssecretaris al over benaderd. Deze heeft nog niet gereageerd. Zodra we iets gehoord hebben, zullen wij dit uiteraard laten weten. Maar misschien zou het nog mooier zijn als aangesloten kon worden bij de BTW-regels die gelden voor de humane gezondheidszorg? Hierover zullen wij de komende tijd met enkele partijen spreken en kijken of we indien nodig samen met deze partijen op kunnen treden. Immers, samen sta je sterker. We houden u via TvD, website (dossier BTW) en nieuwsbrieven op de hoogte.

Advertentie

Om te kunnen reageren op een bericht dient u ingelogd te zijn.


Inloggen