Wat moet ik doen bij een huisdier wat in aanraking is geweest met een vleermuis?

Rabiës komt inmiddels niet meer voor in onze Nederlandse huisdierenpopulatie. Echter, de consequentie van een infectie zijn dusdanig dodelijk dat het van belang is dat een dierenarts adequaat handelt na een potentiële besmetting. Vleermuisrabiës wordt immers nog redelijk vaak gevonden in een aantal van de vleermuissoorten. Dit betreft een andere virusstam dan het klassieke rabiësvirus, maar geeft dezelfde verschijnselen. De kans op infectie bij huisdieren is wel klein.

Wanneer een hond of kat in aanraking is geweest met een vleermuis en er is sprake van bijt-/krablaesies, is het van belang dat de eigenaar zo snel mogelijk contact opneemt met een dierenarts. De NVWA  heeft richtlijnen opgesteld voor de dierenarts wanneer hij/zij in aanraking komt met een mogelijke rabiësbesmetting;

  • Het liefst vaccineren tegen rabiës binnen 48 uur en deze vaccinatie na 3 – 5 dagen herhalen. Als het dier eerder ingeënt is en deze nog binnen de immuniteitsduur valt is slechts 1 inenting nodig.
  • De incubatieperiode van rabiës is 20-60 dagen, het is van belang de symptomen zo vroeg mogelijk op te merken. Het advies is om het huisdier de daaropvolgende 3 – 4 weken goed in de gaten te laten houden. Het dier hoeft niet in quarantaine.
Voor meer informatie: