In Nederland zijn vrijwel geen diergeneesmiddelen toegelaten voor geiten. Om geiten toch te kunnen
behandelen, worden vaak diergeneesmiddelen toegepast die zijn toegelaten voor andere
diersoorten. In dat geval geldt vaak een wachttermijn van vier weken. Dit levert met name bij jonge geiten(bokjes) problemen op omdat die rond de leeftijd van vier weken meestal worden geslacht. Voor het vlees van geiten(bokjes) ouder dan vier weken is nauwelijks een afzetmarkt. Om die reden worden zieke dieren soms niet behandeld. Dit veroorzaakt vaak hogere sterfte en aantasting van het welzijn van deze jonge dieren.
Om dit knelpunt op te lossen heeft de minister nu een vrijstellingsregeling in het leven geroepen. Zowel de sector (LTO) als dierenartsen (KNMvD) hadden hierom gevraagd. Door deze regeling is het vanaf 16 juni 2020 mogelijk om bepaalde noodzakelijke diergeneesmiddelen uit andere EU lidstaten in te zetten, inclusief de bijbehorende (kortere) wachttijd.
Voor de volgende middelen geldt de vrijstellingsregeling: Ampisol, Neomycine 50, Trisulmix Poudre (oraal), Trisulmix (injectie), Aspirine 50, Dexalone solution, Duphamox LA, Duphacycline LA, Borgal Oxytetracycline 10%, Dexadreson.
Zie voor de namen van de aangewezen diergeneesmiddelen met de registratienummers en -houders het overzicht in de Staatscourant.
Voorwaarden
Aan de vrijstelling zijn de volgende voorwaarden verbonden:
– De regeling geldt alleen voor de aangewezen diergeneesmiddelen;
– de diergeneesmiddelen anders dan antibiotica moeten worden verstrekt door een dierenarts of op recept van de dierenarts door een apotheker (UDA) ;
– antimicrobiële diergeneesmiddelen moeten worden verstrekt door toepassing door de dierenarts (UDD);
– een antimicrobieel diergeneesmiddel wordt niet verstrekt voor preventieve toepassing;
– de vermeldingen op de verpakking en de bijsluiter zijn in de Nederlandse taal gesteld of in de taal van het land dat de vergunning voor het in de handel brengen heeft afgegeven;
– het diergeneesmiddel wordt toegepast overeenkomstig de voorschriften op, bij of in de verpakking
van het middel.
De aangewezen diergeneesmiddelen zullen in de meeste gevallen via de reguliere veterinaire groothandel besteld kunnen worden.
Kanalisatiestatus
In Nederland zijn alle antimicrobiële diergeneesmiddelen UDD gekanaliseerd. Dat betekent dat deze
middelen moeten worden voorgeschreven, verstrekt en toegepast door een dierenarts. Dit is in deze
vrijstellingsregeling expliciet gemeld, omdat deze kanalisatiestatus niet altijd hetzelfde is in andere
EU-lidstaten. Hiermee worden ook deze antimicrobiële middelen als UDD gekanaliseerd. Het is daarbij toegestaan dat de dierenarts na de diagnose, de voorgeschreven antimicrobiële middelen voor de duur van de behandeling voor toepassing afgeeft aan de houder van geiten.
Antibioticabeleid geitenhouderij
De vrijstelling is onderdeel van het bredere antibioticumbeleid, dat ziet op verantwoord en laag antibioticumgebruik met als doel vermindering van antibioticumresistentie. De geitensector pakt daar zelf ook de handschoen op en heeft de overheid gevraagd de UDD regeling uit te breiden met de diercategorie geit, inclusief een verplichting tot het monitoren van het antibioticagebruik. De sector is bezig met het opzetten van een aangewezen databank zodat toetreding mogelijk is per 1 januari 2021 en net als bij andere sectoren de verplichte antibioticummonitoring kan starten.
Nieuwe EU-verordening diergeneesmiddelen
Met ingang van 28 januari 2022 zal de nieuwe EU diergeneesmiddelenverordening in werking treden. Dan veranderen de voorwaarden van de ‘cascade’ en kan de dierenarts meteen kiezen voor diergeneesmiddelen die zijn toegelaten in een andere EU-lidstaat. Op het moment dat de EU-verordening diergeneesmiddelen van toepassing is, vervalt de vrijstellingsregeling.