Moeten uit vrije wil

Elke drie weken moet ik een blog schrijven. Hoezo moet dat? Omdat ik het beloofd heb. Daarom word ik elke keer als er een nieuwsbrief uitgaat, opgeroepen om het ook écht te doen. Deze keer valt de herinnering samen met onze onderlinge gesprekken over het rapport Berenschot dat in feite een Grote Oproep aan de beroepsgroep bevat, om een aantal zaken beter te ‘regelen’. We hebben het dan onder meer over (her)registratie, permanente nascholing, kwaliteitsrichtlijnen en tuchtrecht. De meeste dierenartsen die ik erover spreek, antwoorden op de vraag ‘zou nascholing verplicht moeten zijn?’ met JA. Zij vinden eigenlijk dat het moet. Maar van wie moet het eigenlijk?

Regels en contracten

Er zijn verschillende soorten ‘moeten’. Zo is er op veel vlakken in ons leven wet- en regelgeving die voorschrijft wat wij moeten doen en wat wij juist niet mogen doen. Meestal staan wij er niet meer bij stil dat wij aan die regels moeten voldoen, wij volgen ze gewoon. Dat is maar goed ook, bijvoorbeeld in het verkeer. Je moet niet elke keer hoeven nadenken wie er nú weer op deze kruising voorrang heeft, dat is gevaarlijk. Zo aanvaarden wij ook dat kinderen in principe naar school ‘moeten’. Het is van rechtswege verplicht, maar over het algemeen zien we er ook de zin van in. En in andere gevallen is het geen wettelijke regel die stelt dat wij iets moeten, maar is er sprake van een contractuele verplichting. Bijvoorbeeld: áls ik wil deelnemen aan een concert, dan moet ik een kaartje kopen. Een soort moeten dat hoort bij ruilen. Tit for tat. Dergelijke verplichtingen vinden we ook in private kwaliteitssystemen.

Uit vrije wil

Maar hoe anders voelt het als iemand tegen je zegt “wij moeten nodig weer eens samen koffiedrinken”. Het zou vreemd zijn om daarop te antwoorden: “ik moet helemaal niks.” Verreweg de meeste mensen reageren juist met: “JA, moeten we doen!” Soms worden dan meteen de agenda’s getrokken. We moeten dan op een afgesproken tijdstip koffiedrinken. Is het daarmee verplicht? Nee, eerder het tegenovergestelde. Het is een moeten uit vrije wil. Maar hoewel het niet verplicht, is dit moeten verre van vrijblijvend. Als de afspraak eenmaal staat, moeten we een zwaarwegende reden hebben om deze niet na te komen.

Dit ‘moeten uit vrije wil’, is wat mij betreft ook van toepassing op de uitoefening van een vrij beroep als het onze. En daarmee ook op nascholing en kwaliteitszorg. Of wij nu spreken van een verplichting of niet, iedereen die de Veterinaire Eed heeft afgelegd en/of zich committeert aan de Code voor de Dierenarts, heeft er in feite JA tegen gezegd. Wij vullen op die manier onze zorgplicht in als veterinaire professionals, die veel verder strekt dan simpelweg een dienst verlenen. Er zijn levens mee gemoeid, dus wij willen met onze hand op het hart de grootst mogelijke zorgvuldigheid betrachten. Daarom neemt de KNMvD als beroepsvereniging de Grote Oproep zeer serieus.

Eerst ont-moeten

Maar voordat wij adviseren één en ander (opnieuw) in geschreven regels te vervatten – in samenspraak met de overheid en andere gesprekspartners – willen we graag weten hoe het werkelijk is gesteld moet die ‘vrije wil’ bij dierenartsen. Wij dienen te weten hoeveel professionele ruimte de dierenarts in de tegenwoordige tijd wenst en nodig heeft, en hoe wij deze het beste kunnen omlijsten. Want (on)geschreven regels zijn slechts een middel en geen doel. Om bij het eerdere voorbeeld te blijven: als wij eenmaal de wens hebben uitgesproken om samen koffie te drinken, moeten we een datum prikken. Als die eenmaal staat, zitten wij eraan vast. Om te checken of dierenartsen nog steeds uit vrije wil JA zeggen, voordat wij namens onze leden collectieve beloftes gaan uitspreken, willen wij hen eerst ont-moeten. Wij zullen leden – en niet-leden – de komende tijd op allerlei manieren uitnodigen om ‘koffie met ons te drinken’ en hun mening te geven over de Grote Oproep. Moet niet, mag wel!

Advertentie

Om te kunnen reageren op een bericht dient u ingelogd te zijn.


Inloggen