Sinds de eerste vaststelling van het blauwtongvirus serotype 12 (BTV-12) is er retrospectief onderzoek gedaan bij 2520 monsters die ingezonden waren op verdenking van blauwtong serotype 3 (BTV-3). De monsters zijn ingezonden tussen 13 september en 11 oktober en zijn afkomstig uit heel het land. Uit dit vervolgonderzoek blijkt dat inmiddels elf dieren op acht verschillende locaties positief zijn getest op deze variant. De besmettingen concentreren zich met name tussen Harmelen en ’s-Gravenland, maar in Flevoland, Noord-Holland en Gelderland (Achterhoek) is in iedere provincie ook één besmetting vastgesteld.
In opdracht van het ministerie van Landbouw, Voedselzekerheid, Visserij en Natuur (LVVN) onderzoekt Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) de oorsprong van het virus, hoewel de herkomst van deze variant moeilijk te achterhalen lijkt. Onderzoek naar mogelijke overeenkomsten met blauwtongvarianten uit Afrika, Israël, Azië en Amerika heeft tot nu toe geen sluitend resultaat opgeleverd. Ook geruchten over het gebruik van niet-toegelaten vaccins zijn onderzocht, maar de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft geen aanwijzingen gevonden voor dergelijk gebruik.
Deskundigen zijn op 24 oktober bijeen gekomen om de situatie rondom BTV-12 te bespreken. De het gespreksverslag hiervan worden binnenkort gedeeld. Daarnaast werkt WBVR samen met Royal GD aan een onderzoeksplan om de verspreiding en klinische symptomen van BTV-12 verder in kaart te brengen.
Het ministerie roept dierhouders en dierenartsen op om alert te blijven en verdachte gevallen van blauwtong direct te melden bij de NVWA. Minister Wiersma benadrukt het belang van deze meldingen om de verspreiding van het virus onder controle te houden en verder onderzoek mogelijk te maken.