Zes met zes nullen… Meer dan zes miljoen kippen geruimd wegens vogelgriep. En het einde van de uitbraken is nog niet in zicht, want bij wilde vogels is het virus continu aanwezig. Daardoor zijn er telkens nieuwe besmettingen bij gehouden pluimvee. En ook in de natuur sterven grote aantallen gevoelige vogels, waaronder bijzondere soorten. De vogeltrek zorgt voor nóg grotere virusdruk. Op de pluimveebedrijven zijn zeer zware hygiënemaatregelen van kracht om verspreiding te voorkómen. Maar toch kunnen we niet ontkomen aan het ruimen van grote aantallen dieren om zieke dieren uit lijden te verlossen en de infectiedruk te beteugelen. Daarom zijn we als dierenartsen eendrachtig van mening dat er niet langer kan worden gewacht met vaccineren.
Het lijkt een eenvoudige afweging. Helemaal na de ervaringen met de coronapandemie moet aan consument en samenleving uit te leggen zijn, dat vaccineren tegen griep ook bij kippen noodzakelijk is. Maar het is verre van simpel, want vaccinatie is op dit moment geen onderdeel van het pakket aan beleidsmaatregelen dat op Europees niveau is vastgesteld. Als gevolg daarvan zijn er geen vaccins geregistreerd voor die toepassing. En de internationale handel is er ‘niet klaar voor’ om (producten van) gevaccineerde dieren te ontvangen. In klare taal: er valt geen droog brood mee te verdienen. Vaccineren heeft dus grote consequenties voor iedereen die zijn bestaanszekerheid dankt aan de pluimveehouderij. Vandaar dat er grote tegenkrachten werkzaam zijn.
"We kunnen dus niet eindeloos blijven ruimen zonder zicht op een dierwaardiger alternatief" - Sophie Deleu, voorzitter KNMvD
Maar dierenartsen zitten inmiddels pijnlijk knel tussen de grote economische belangen om niet te vaccineren enerzijds, en de grote maatschappelijke belangen om vogelgriep te bestrijden anderzijds. Het gaat hier niet alleen om de belangen van dieren zelf – vogelgriep is een ernstige ziekte met grote sterfte tot gevolg – maar ook om de volksgezondheid. Het is immers een zoönose. Maar het ruimen van duizelingwekkende aantallen dieren zonder dat het einde van de uitbraken in zicht is, is veterinair gezien geen acceptabele strategie. Ruimen is een noodrem: een korte-termijnoplossing die we inzetten als we écht niet anders kunnen. Iets waar je nóóit aan gewend raakt als mens en professional. We kunnen dus niet eindeloos blijven ruimen zonder zicht op een dierwaardiger alternatief. Als wij ons niet tegelijkertijd sterk hebben gemaakt voor vaccinatie, hoe complex deze discussie ook is, zal de droevige verspilling van dierenlevens ons allemaal opbreken.
Als dierenartsen verplichten we ons tot een zorgvuldige afweging van de belangen van mens en dier bij de uitoefening van ons beroep. Het is een kwestie van eer en waardigheid om een professionele grens te trekken, in het volle bewustzijn dat we de consequenties alleen samen met andere partijen kunnen dragen. Alles moet in het werk gesteld worden om zo snel mogelijk te kunnen starten met vaccineren. Dat betekent: alle beschikbare kennis en kunde bundelen, kansrijke vaccins registreren en garanties afgeven voor de handel in pluimveeproducten. We gaan ervoor! Want ruimen is niet normaal en dat mag het nooit worden.