Vanwege haar jarenlange inzet voor de bevordering van de diergeneeskunde in het algemeen en de diergeneeskundige zorg voor het paard in het bijzonder, heeft het Zijne Majesteit de Koning behaagd, Marianne Sloet te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Een bijzonder afscheid na 40 jaar diergeneeskunde.
Op woensdag 31 augustus nam prof. dr. Marianne Sloet van Oldruitenborgh – Oosterbaan afscheid van haar actieve functie als dierenarts en hoogleraar aan de Groep Geneeskunde Paard van de Faculteit Diergeneeskunde. Tijdens een symposium dat ter gelegenheid van haar afscheid werd georganiseerd stonden haar meerdere verrassingen te wachten.
De eerste verrassing kwam in de vorm van een schilderij van haarzelf, overhandigd door Anton Pijpers, voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht. Het eerste schilderij van een vrouw dat bij de afdeling paard komt te hangen. Vervolgens werd door de vice-voorzitter van de KNHS, Aukje Kroondijk, de gouden KNHS speld uitgereikt als blijk van waardering voor haar enorme inzet en betrokkenheid bij de paardensport op nationaal en internationaal niveau.
Maar de grootste verrassing van de avond werd uitgereikt door burgemeester Sjoerd Potters van de gemeente De Bilt, namelijk de onderscheiding als Officier in de Orde van Oranje Nassau. Naast dierenarts, was Marianne Sloet ook wetenschapper. Wat 40 jaar geleden niet zo gebruikelijk was. “Ze heeft zich met het oog op ‘het beste voor het paard’ persoonlijk ingezet voor de vertaling van wetenschappelijke kennis naar het veterinaire veld en andersom. Ze schroomde daarbij niet om tegen de stroom op te roeien en wist op geheel eigen wijze gestalte te geven aan permanente educatie en valorisatie van praktijkgericht onderzoek, in een tijd dat met ‘societal impact’ niet altijd hoge ogen werden gegooid in academische kringen.”
Een grote generatie paardendierenartsen heeft van haar de fijne kneepjes van het vak geleerd. Met de handboeken ‘De keuring van het paard’ en ‘Gerechtelijke diergeneeskunde’ heeft zij zich bovendien sterk gemaakt voor de professionele en juridische bescherming van de paardendierenarts, wat door de jaren heen als een grote steun is ervaren. “Maar ze schuwt met het oog op de eer en waardigheid van de professie ook de waarschuwende vinger niet: “Gedraag je zo, dat je je niet hoeft te schamen als het morgen op de voorpagina van de Telegraaf staat.” Aldus weet zij altijd de balans te vinden tussen een rechte rug en een praktische inslag en is gedurende haar imposante wetenschappelijke carrière een dierenarts pur sang gebleven.”
Een passende onderscheiding dus, die door het aanwezige publiek werd ontvangen met een staande ovatie waar zelfs Marianne Sloet even stil van werd. Gelukkig hoeft de diergeneeskunde nog geen permanent afscheid van haar te nemen. Tijdens haar eigen terugblik op 40 jaar diergeneeskunde, kondigde zij nog een boek aan en zal zij betrokken blijven bij de zes promovendi die zij onder haar hoede heeft. Ook wil zij de paardensport blijven adviseren en is zij nog steeds bestuurlijk actief in de Raad van Afgevaardigden van de KNMvD.
Ook haar lijst van verdiensten voor de KNMvD is indrukwekkend. Daarom is zij In 2017 vanwege haar niet aflatende, grote bijdrage aan de diergeneeskunde benoemd tot Lid van Verdienste van de KNMvD. Zo was zij van 1997 – 2002 bestuurlijk actief in het algemeen bestuur van de KNMvD, was zij van 2001 – 2007 voorzitter van de Hoofdredactie van het Tijdschrift voor Diergeneeskunde (TvD), waarvoor zij vaak ook zelf stukken schreef, en was zij verder lid van tal van commissies van de KNMvD. Van 2014 tot 2018 was zij bestuurslid van de Groep Geneeskunde van het Paard (GGP). Daar heeft ze zich met vastberadenheid ingezet voor de erkende paardendierenarts, de erkende keuringsdierenarts en zich bemoeit met de inhoud van de tweejaarlijkse actualiseringscursus Paard.