Tussen 24 juni en 5 augustus was het mogelijk om te reageren op de consultatie voor de AMvB Dierwaardige Veehouderij. Dit document van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is gericht op het opstellen van wettelijke maatregelen die voortvloeien uit het convenant dierwaardige veehouderij.
Zoals aangegeven in vorige berichten heeft de KNMvD, na een brede inventarisatie van de voorgestelde wettelijke maatregelen, een reactie opgesteld en deze ingebracht bij het ministerie van LVVN.
De rol van dierenartsen
Dierenartsen spelen een belangrijke adviserende rol in de stappen die worden gezet naar een dierwaardigere veehouderij. Daarom heeft de KNMvD commentaar geleverd bij elke afzonderlijke bepaling waarbij de expertise van de dierenarts in het bijzonder relevant is.
Onze belangrijkste punten zijn:
- Bij het opstellen van klimaatadaptatieplannen, het opstellen van verbeterplannen voor agressie bij varkens (noodgedwongen couperen) en het opstellen van logboeken en verbeterplannen voor het routinematig couperen bij biggen, moeten de verantwoordelijkheden van dierenarts en veehouder duidelijk worden vastgelegd;
- De KNMvD adviseert nadere afspraken over het opstellen van verklaringen bij een veterinaire noodzaak van het vijlen van hoektanden bij biggen te bespreken in private kwaliteitssystemen voor veehouders en dierenartsen;
- Bij een veterinaire noodzaak tot het onthoornen van runderen moet de definitie van ‘noodzaak’ duidelijk worden vastgesteld;
- De KNMvD is er voorstander van om in elk geval vanaf 2030 concretere doelvoorschriften op te nemen voor experimenten om het kalf langer bij de koe te houden. Daarvoor zijn nu geen bepalingen in de AMvB opgenomen;
- De KNMvD is er voorstander van om de norm voor vreetplaatsen voor melkvee vanaf 2040 te zetten op één per koe, zoals ook voor de ligplekken geldt. Nu wordt er alleen gesproken over ‘voldoende’ vreetplaatsen, wat onduidelijk is;
- De KNMvD denkt dat het goed is als de hele keten uiteindelijk verantwoordelijk wordt voor het stoppen met couperen. Nu mist de terugkoppeling over het uiteindelijk succesvol of niet afmesten van biggen met lange staarten. Dat houdt in:
– De slachterij koppelt de gemeten staartlengte bij slacht terug aan de varkenshouder inclusief benchmark met sector.
– Vleesvarkenshouders die biggen kopen moeten verplicht hun ‘staartenlogboek’ aan de zeugenhouder terugkoppelen als ze biggen met gecoupeerde staart willen kopen.
– Minder administratieve verplichtingen voor bedrijven die al niet meer couperen.
Daarnaast geldt in zijn algemeenheid dat de KNMvD van mening is dat er naast deze wettelijke basis een belangrijke rol is weggelegd voor private kwaliteitssystemen voor veehouders en dierenartsen. Via deze kwaliteitssystemen kan nader invulling gegeven worden aan de vereisten waaraan nieuwe onderdelen van het bedrijfsgezondheidsplan of dierenartsverklaringen moeten voldoen. Ook het toezicht op de naleving zou voor een belangrijk deel hier moeten worden belegd.
Lees hier de volledige reactie van de KNMvD op de consultatie: Reactie KNMvD AMvB Dierwaardige Veehouderij