De afgelopen maanden zijn er opnieuw uitbraken van hoogpathogene vogelgriep (HPAI) vastgesteld bij commerciële pluimveebedrijven in Nederland. De recente risicobeoordeling door de Deskundigengroep Dierziekten geeft aan dat het besmettingsrisico voor pluimveebedrijven op dit moment hoog is, mede door een toename van besmettingen bij wilde vogels.
Om de verspreiding van vogelgriep tegen te gaan, wordt er verder gewerkt aan de ontwikkeling van vaccins. Sinds september 2023 loopt een veldproef met twee vectorvaccins op legbedrijven. De eerste resultaten laten zien dat een dubbele vaccinatie een vermindering van virusverspreiding oplevert. Een volgende pilotfase start in het voorjaar van 2025. Daarbij wordt de praktische uitvoerbaarheid en impact op de handel getest.
Daarnaast wordt een verplicht bioveiligheidsplan voor de commerciële pluimveesector ingevoerd, gebaseerd op de hygiënescan van AVINED. Dit plan moet structureel bijdragen aan de preventie van insleep en verspreiding van dierziekten. Pluimveedierenartsen wordt gevraagd om hun pluimveehouders op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen en de bioveiligheidsmaatregelen nauwgezet te volgen.
Gezien het verhoogde risico op blootstelling aan vogelgriep wordt dierenartsen die werken met pluimvee en varkens sterk aangeraden om zich te laten vaccineren tegen seizoensgriep. Dit kan helpen om een gelijktijdige besmetting met een humaan influenzavirus en vogelgriepvirus te voorkomen, wat een risico op virale recombinatie kan verminderen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport benadrukt het belang van deze vaccinatie voor professionals die frequent in contact komen met mogelijk besmette dieren. Vaccinaties kunnen door praktijken aangevraagd worden via de eigen arbodienst, of via de huisarts. In dat laatste geval geeft de huisarts een recept en moet het vaccin bij de apotheek worden gehaald en kan daarna bij de huisarts gezet worden.