In maart dit jaar heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV ons geïnformeerd over de ontwikkelingen ten aanzien van Afrikaanse varkenspest (AVP) in lidstaten van de Europese Unie. In dit artikel lees je een update.

Aanvulling: eind juni is op een varkensbedrijf in Roemenië met 45.000 dieren Afrikaanse varkenspest geconstateerd. Het hele bedrijf is op slot gezet en alle varkens worden geruimd. Ondertussen gaat Europa bezig met het ontwikkelen van een vaccin, de Europese commissie heeft daar 10 miljoen euro voor beschikbaar gesteld. Dat heeft Roemeense autoriteit op gebied van voedselveiligheid (ANSVSA) maandag 2 juli gemeld. Het bedrijf ligt in het district Tulcea, wat aan Oekraïne grenst. Begin juni werd door de Roemeense autoriteiten melding gedaan van uitbraken bij backyard-farms in dit gebied. Deze bedrijven zijn waarschijnlijk besmet geraakt doordat wilde zwijnen vanuit Oekraïne de grens zijn overgestoken.

Epidemiologische situatie in EU

Onderstaande gegevens zijn mede gebaseerd op presentaties van lidstaten in het SCoPAFF Animal Health and Welfare op 13 en 14 juni 2018 en recente informatie die is verstuurd door de Europese Commissie.

In Polen zijn in 2018 15 uitbraken gemeld. Het merendeel van de uitbraken die sinds 2014 zijn gemeld betrof kleinschalige houderijen, maar ook drie commerciële houderijen zijn besmet geraakt. In totaal zijn sinds 2014 nu 119 uitbraken op varkensbedrijven geweest. Sinds januari 2018 zijn er 1020 besmette wilde zwijnen gemeld wat het totaal sinds 2014 brengt op 1924.

Ook in de drie Baltische staten, Estland, Letland en Litouwen, is de ziekte nog aanwezig. In Estland zijn volgens het ADNS systeem in 2018 alleen besmettingen geweest bij wilde zwijnen, in totaal 151. Letland heeft in juni de eerste uitbraak van 2018 gemeld. Het betrof een bedrijf met 165 varkens in regio II, het gebied waar alleen besmettingen zijn bij wilde zijnen. Letland heeft inmiddels 384 gevallen bij zwijnen, waarvan er 139 dood gevonden zijn. Er zijn in 2018 geen meldingen geweest van uitbraken bij gehouden varkens. Litouwen heeft, nadat het enige tijd rustig leek, weer uitbraken gehad. In 2018 zijn nu in totaal zes uitbraken (back yard farms) geweest, de laatste op 13 juni 2018. Volgens de update in juni zijn er in 2018 753 besmette wilde zwijnen gevonden.

In Tsjechië zijn nog geen varkensbedrijven getroffen, maar het virus is na het nemen van de maatregelen wel verder verspreid in de wilde zwijnen; ook zijn enkele besmettingen net buiten het omheinde gebied gevonden. Toch lijkt de situatie wel de goede kant op te gaan.

De ziekte heeft zich in april en mei ook naar wilde zwijnen in Hongarije verspreid, in twee verschillende gebieden.

In Roemenië zijn in 2018 in totaal vijf varkensbedrijven besmet, waarvan een met 165 varkens. De Besmettingen op back yard farms zijn nieuw en dat is een zorgelijke ontwikkeling. Roemenië heeft in mei voor het eerst een besmetting bij een wild zwijn gemeld in een gebied grenzend aan Oekraïne en Hongarije.

De Europese Commissie heeft verschillende audits uitgevoerd in lidstaten en Moldavië. Recent heeft de EC CVET missies gestuurd naar Hongarije en Roemenië. Er zijn in deze landen besmette gebieden ingesteld met jachtmaatregelen (wildhygiëne, verhoogde afschot, en surveillance). Ook word extra aandacht besteed aan bewustwording bij de varkenshouders. In Roemenië en Hongarije zijn in deze gebieden veel back yard farms.

Slowakije heeft nog geen besmettingen maar heeft wel langs de grens bufferzones ingesteld waarin ze extra biosecurity-, jacht- en surveillancemaatregelen hebben ingesteld.

Op de website van SCoPAFF zijn de presentaties van de EC en de lidstaten te vinden. De laatst beschikbare update over het aantal gevallen en aantal uitbraken in de Unie door de EC bij het SCoPAFF dateert van april. Naar verwachting wordt binnenkort op de website een nieuw overzicht geplaatst. Hieronder staat een samenvatting van de EC tot april.

ASF.jpg

Internationale bijeenkomsten

Er is in maart een ministeriele conferentie georganiseerd mede over AVP in Warschau, waarbij de CVO van Nederland en een ambtenaar van de PV in Brussel vertegenwoordigd waren. Er zijn tot nu toe negen bijeenkomsten geweest van de standing group of experts on ASF onder de paraplu van GF-TAD. Experts hebben ook diverse malen besmette landen bezocht. In maart is een TAIEX-workshop gehouden met als onderwerp “De rol van in het wild levende dieren in het beheer van de diergezondheid”. AVP maakte daar een belangrijk deel uit van de discussies. Ook hieraan heeft LNV deelgenomen.
AVP staat bij vrijwel alle bijeenkomsten van SCoPAFF, CVO’s en de Landbouw- en Visserijraad op de agenda. De lidstaten zijn zeer doordrongen van de risico’s en de noodzaak strenge maatregelen te nemen om verdere verspreiding te voorkomen. Bij veel lidstaten is er gevoel van urgentie.
De Europese Commissie heeft al hun activiteiten op schrift gesteld en roept lidstaten op om met suggesties te komen de ziekte te bestrijden.

Risico van verspreiding

Binnen de EU wordt er nu van uit gegaan dat de ziekte in wilde zwijnenpopulaties op korte termijn niet kan worden uitgeroeid en dat in een aantal lidstaten de ziekte permanent in de wilde zwijnen aanwezig zal zijn. In een regio met zo’n besmette populatie lopen varkenshouderijen een groter risico van besmetting. De (economische) gevolgen voor de varkenshouderijen in deze gebieden zijn groot.

Er is meerdere malen aangegeven dat met name menselijk handelen verantwoordelijk is voor de verspreiding van het virus. Dit speelt bij de introducties in wilde zwijnenpopulaties in nieuwe gebieden en bij uitbraken op varkensbedrijven. Het voederen van varkens met gewassen die afkomstig zijn uit een besmette omgeving wordt gezien als mogelijke route, evenals swill voedering en het achterlaten van materiaal van geschoten wilde zwijnen in de bossen en op het land. De precieze routes van verspreiding zijn echter niet bekend.

Preventiemaatregelen en voorlichting

Het blijft van het grootste belang dat betrokken partijen, zoals varkenshouders, transporteurs en jagers de risico’s zien en maatregelen nemen om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen. Het is essentieel dat zij hierin hun verantwoordelijkheid nemen; immers alleen preventieve maatregelen die gericht zijn op menselijk handelen kunnen de kans op verspreiding over grote afstand verminderen, iets wat nu als bron wordt beschouwd bij de sprongen naar Roemenië, Hongarije en Tsjechië.
Varkenshouders moeten de juiste bioveiligheidsmaatregelen nemen en personeel opdragen geen varkensvleesproducten mee te nemen uit besmette landen. Jagers wordt geadviseerd om materialen en kleding goed te reinigen en desinfecteren indien ze hebben gejaagd in besmette gebieden. Illegale transporten vanuit besmet gebied naar vrije landen en regio’s dienen te worden voorkómen. Vervoermiddelen voor evenhoevigen die terugkomen uit landen met AVP uitbraken zijn verplicht om onmiddellijk na binnenkomst in Nederland een tweede reiniging en ontsmetting te ondergaan op een erkende reinigings- en ontsmettingsplaats (NVWA.nl).

Een eventuele uitbraak van AVP in Nederland heeft grote economische gevolgen voor de varkenshouderij. Ook een besmetting van wilde zwijnen zou grote economische gevolgen hebben. Het risico voor insleep in Nederland zit hem in menselijke handelingen en vooralsnog niet in de migratie van besmette wilde zwijnen. Het blijft dus van het grootste belang dat iedereen alert blijft en dat iedereen, met name varkenshouders, hun personeel en jagers, passende bioveiligheidsmaatregelen neemt. LNV verzoekt u dan ook om uw achterban te informeren over de recente ontwikkelingen aangaande Afrikaanse varkenspest en te wijzen op het grote belang van het nemen van bioveiligheidsmaatregelen zowel op varkensbedrijven als door bijvoorbeeld jagers die in de getroffen lidstaten jagen, op wilde zwijnen of ander wild.

Op diverse websites, zoals van Wageningen Bioveterinary research en Dutch Wildlife Health Centre wordt informatie gegeven aan verschillende doelgroepen.

Strategie van de EC

De Europese Commissie gaat er vanuit dat de ziekte in wilde zwijnenpopulaties op korte termijn niet kan worden uitgeroeid. Dat betekent dat in een aantal lidstaten de ziekte nog geruime tijd in de wilde zwijnen aanwezig zal zijn. In een regio met zo’n besmette populatie lopen varkenshouderijen een groter risico van besmetting.
Omdat deze situatie nog wel even zal duren, heeft de EC een discussie gestart met lidstaten om een nieuwe gebiedsindeling voor te stellen (een bufferzone en een gebied waar de besmetting alleen bij wilde zwijnen voorkomt) en om maatregelen op te stellen op zo’n manier dat varkenshouders daar hun bedrijf kunnen voortzetten. De discussie is uitgebreid gevoerd bij de recente SCoPAFF en CVO bijeenkomsten en de EC heeft aangegeven na de zomer een nieuw conceptvoorstel aan de lidstaten voor te leggen.

Deze informatie is afkomistig uit een e-mail van Annemarie Bouma, Beleidsmedewerker/ Policy advisor Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Informatie over de AVP- situatie is o.a. te vinden op: