Wie A zegt …

’Waar gaat de KNMvD regie op nemen?’. Deze vraag krijg ik regelmatig als ik in overleg ben met stakeholders. Hier spreekt de verwachting uit dat wij in het licht van onze missie, het verbeteren van de sociaal-maatschappelijke positie van de dierenarts, het voortouw nemen in discussies over diergezondheid, dierenwelzijn en volksgezondheid. Ik voel me dan altijd aangesproken. In de positieve zin van het woord.

Passende rol

Toch is het lang niet altijd gewenst of ons gegund om de regie te nemen, als we kijken naar onze kerntaken, belangenbehartiging, lobbyen, imagosturing en kennis delen. De KNMvD moet heel vaak een keuze maken voor een passende rol. Sommige leden willen concrete hulp bij de overgang van studie naar praktijk, een dierenartsennummer aanvragen of dierenpaspoorten bestellen. Zij verwachten ‘waar voor hun geld’ als ze de contributie overmaken, alsof ze met een servicedesk van doen hebben. Anderen verwachten meer van hun beroepsvereniging: ze willen in allerlei opzichten ondersteund worden bij de uitoefening van hun beroep. Bijvoorbeeld door middel van richtlijnen voor het voorschrijven van antibiotica, zoals de formularia. Ze verwachten dat een werkgroep ‘er goed naar kijkt’, dat wil zeggen relevante wet- en regelgeving volgt en vertaalt naar een verstandige en uitvoerbare manier van veterinair handelen in de praktijk. Weer een andere groep leden wil dat wij de stand van wetenschap en techniek op ons vakgebied bijhouden en zorgen dat nieuwe kennis beschikbaar wordt gemaakt via nascholing, bijeenkomsten en publicaties. Het Tijdschrift voor Diergeneeskunde en de informatie op onze website zijn voor hen belangrijke bronnen van informatie, of in elk geval poorten naar meer actuele kennis van hun gading. We zijn ‘dienstverlener’, ‘ondersteuner’ en ‘deskundige’, maar dat maakt ons niet altijd ‘dirigent’.

Actieve participanten

Als we als dirigent de regie willen nemen, bijvoorbeeld bij de collectieve belangenbehartiging, hebben we niet alleen kennis en middelen nodig, maar ook leden met de ambitie om het speelveld van de dierenarts naar hun hand te zeten. Actieve participanten die bereid zijn om, los van de waan van de dag, te doordenken welke ontwikkelingen in de goede richting leiden en welke niet. Bijvoorbeeld bij de totstandkoming van wet- en regelgeving. Wat willen we zelf bepalen – met bijbehorende rechten en plichten – en kunnen we de verwachtingen dan waarmaken? Waar zeg je ‘nee’ tegen (hoe lucratief ook) en hoe ga je je rug recht houden? Met welke stakeholders willen we samen optrekken en aan welke tafels moeten we daarvoor aanschuiven? En hoe communiceren we hierover? Bijvoorbeeld bij het terugdringen van erfelijke aandoeningen bij gezelschapsdieren of het verbeteren van het dierenwelzijn in de veehouderij. De rol van dirigent vraagt dat wij zelf heel goed weten wat we willen bereiken (doelen) en hoe we dat moeten aanpakken (strategie). En daadkracht. Want er moeten ook zichtbare resultaten worden geboekt, wil men überhaupt omzien naar de dirigent. En wij moeten zeker niet met het stokje lopen zwaaien, zonder te luisteren hoe de muziek klinkt.

Leidend én dienend

Persoonlijk weet ik wel waar ik namens de KNMvD de regie op zou willen nemen. Dat zijn achtereenvolgens: duurzame inzetbaarheid, permanente educatie, beroepsnormering en de versterking van de veterinaire kennisinfrastructuur. Op deze gebieden is momenteel veel gaande; ik vind dat wij als beroepsgroep weer achter het stuur moeten kruipen – en als we daar zitten, wat vaker moeten claxonneren om te laten weten waar we voor staan. Maar de koninklijke rol van dirigent is leidend en dienend tegelijk. De KNMvD kan dit niet alleen. De leden moeten deze rol graag samen willen pakken, anders blijft ons gesprek met stakeholders bij fraaie woorden. En dat is, lijkt mij althans, onze eer te na. Dierenartsen zeggen over het algemeen ook B, als ze A hebben gezegd.

Advertentie

Om te kunnen reageren op een bericht dient u ingelogd te zijn.


Inloggen