Op 28 januari 2022 is de nieuwe Europese diergeneesmiddelenverordening (2019/6) in werking getreden. Vanaf dat moment gelden ook in Nederland andere regels voor het gebruik van diergeneesmiddelen.
De wijzigingen hebben onder andere betrekking op het toepassen van diergeneesmiddelen volgens de cascade.
Als er voor een diersoort en/of indicatie in Nederland geen diergeneesmiddel toegelaten of beschikbaar is, kan de verantwoordelijke dierenarts via de cascade een ander (dier)geneesmiddel toepassen. Om de beschikbaarheid van diergeneesmiddelen voor de dierenarts te vergroten zijn de regels voor de cascade in de verordening aangepast. Hierdoor kunnen dieren beter worden behandeld.
De grootste verandering is dat de dierenarts in de eerste stap van de cascade al kan kiezen voor een diergeneesmiddel dat in een andere lidstaat is toegelaten voor dezelfde indicatie en/of doeldiersoort.
Lees in Dossier Diergeneesmiddelverordening meer over:
Wat is er nog meer veranderd en welke gevolgen heeft dat voor het werk van dierenartsen? In Dossier Diergeneesmiddelenverordening lees je er alles over.